Voorlezen:

Lettergrootte:
Lees meer

Gezellig keuvelen over pendek, bivak en blauwe hap

Een ex-matroos en een oud-duikziekenverpleegster hebben elkaar gevonden in woonzorgcentrum Nieuw Clarenberg. Verpleegkundige Yolanda Winter haalt meerdere keren per week met bewoner Jan Elout (91) verhalen op uit hun tijd bij de Koninklijke Marine. Tot groot plezier ook van Elouts familie. “Hij sprak eigenlijk nooit over vroeger maar nu wij het er samen over hebben komen er steeds meer herinneringen los.”

Zodra de marine ter sprake komt in zijn appartement komt er een twinkeling in zijn ogen. En lijken ervaringen die diep weggestoken schijnen in het geheugen ineens weer aan de oppervlakte te komen. “Ik kwam in 1947 bij de marine,” begint meneer Elout. “De tijd van de wederopbouw. Ik was er matroos en lag in de haven van Rotterdam en op de kazerne in Amsterdam. Veel gevaren heb ik niet, alleen op de Noordzee.” Als zijn vaste verzorger zag Yolanda meteen overeenkomsten met Jan Elout, die in oktober in Nieuw Clarenberg kwam wonen. “Met elke nieuwe bewoner voeren we altijd een klavergesprek. In dit gesprek willen we zoveel mogelijk te weten komen over wie iemand is en welke wensen en behoeftes hij of zij heeft bij de zorg en het wonen. Hier vertelde meneer Elout over zijn marine-jaren. Toen ik hem kwam verzorgen was de klik er meteen!”



Het salueren verleer je ook nooit...

Kattenburg
Yolanda trad in 1986 in dienst van de Koninklijke marine. “Ik wilde iets voor de wereld betekenen,” rechtvaardigt ze haar keuze. “Het land dienen trok mij gewoon heel erg. Ik heb toen gesolliciteerd en ben meteen aangenomen.” Vier jaar lang werkte ze bij de geneeskundige dienst als ziekenverpleegster en ook als duikziekenverpleegster waarbij ze duikers bijstond in geval van nood. En ze assisteerde nog bij de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) op het water en land. “Grappig is dat meneer Elout en ik beide op de monumentale kazerne Kattenburg in Amsterdam en in Den-Helder hebben gezeten,” vertelt ze. Meneer Elout lacht instemmend: “Daar werkte ik bij de onderzeedienst, technische dienst en gaf scholing bij de matrozenopleiding.”

Blauwe hap
Het is voor het eerst dat Yolanda een bewoner treft met een marine-verleden. “We halen dagelijks herinneringen op. Zoals het vaste dag-protocol in die tijd: iedere ochtend om 9 uur de vlag hijsen, dan op appèl en daarna kledinginspectie.” Ook de bijzondere marine-terminologie passeert de revue. Zo was een onderbroek een ‘pendek’ en ‘gemalen water’ de benaming voor douche. “En de blauwe hap,” vult meneer Elout aan. “Oh, ja. Dat stamt uit Nederlands-Indië toen er veel Indiërs bij de marine kwamen. Die konden zó heerlijk koken!” legt Yolanda uit. “En dat noemden we dan blauwe hap. Nu staat de woensdag bij de marine nog steeds bekend als blauwe hapdag.”  

Een piepjonge Yolanda in haar marine-uniform...

Regelmaat
Voor Jan Elout geen levenslang huwelijk met de marine. In totaal zit hij er maar zes jaar. “Ik was ook een slechte militair,” biecht hij eerlijk op. “Was nooit op tijd ook. Dan moest ik voor straf het vrije weekend op de kazerne blijven en dan moest je flink poetsen. Vanwege mijn verkering met mijn latere vrouw Roos ben ik toen uit de marine gegaan.” Een baan als monteur in de technische dienst van een ziekenhuis biedt daarna meer regelmaat. Niet geheel toevallig kent Yolanda precies zo’n verhaal. “Ik zou naar het buitenland voor meerdere maanden terwijl ik net mijn man had ontmoet. Toen ben ik ook uitgestroomd naar de burgermaatschappij.” Als ze met haar eerste kindje een jaar later bij het consultatiebureau komt ziet ze een vacature voor verpleegkundige in de wijk, bij Zorggroep Oude en Nieuwe Land. “Dat bleek me op het lijf geschreven,” zegt ze. “En nu werk ik al 30 jaar met heel veel plezier bij ZONL.”

Yolanda en haar collega poserend voor de ambulance.

Herinneringen
Naast de dagelijkse medische ditjes en datjes halen de twee nog steeds nieuwe oude herinneringen op. Yolanda: “Meneer Elout is altijd wat gesloten geweest, vertelde de familie. Hij sprak niet veel over vroeger. Maar nu wij het er samen veel over hebben komt er bij hem ook steeds meer los en herinnert hij zich toch nog wel veel. De familie vindt het dan ook reusachtig dat zij nu ook voor het eerst de marine-verhalen van vader en opa horen.” Zelf vindt Yolanda deze waardevolle onderonsjes ook horen bij haar zorgtaken. “De cognitie wordt van meneer Elout wel iets minder, maar als hij over de marine praat fleurt hij helemaal op. Het prikkelt duidelijk zijn hersenen. Dat is prachtig want van zijn marine-tijd heeft hij geen tastbare herinneringen meer zoals foto’s of spullen. Er zijn enkel de herinneringen. En mijn collega’s weten niets van de marine dus zij kunnen dan ook moeilijker de connectie met hem maken dan ik.” Meneer Elout knikt instemmend. “Weet u uw marine nummer eigenlijk nog?” vraagt Yolanda. “38583!” antwoordt de 91-jarige met een lachje. “De mijne was 14711!” countert de verpleegkundige meteen. “Dat vergeet je gewoon nooit meer. Een nummer voor het leven!”

Meer nieuws

Klaver
Bellen Werken bij