Ouderenmishandeling: ‘Ik beschouw dit als een oplosbaar probleem’
15 juni is de internationale dag ter bestrijding van ouderenmishandeling. Volgens de Verenigde Naties een groeiend probleem dat nog steeds in de taboesfeer zit. Een maatschappelijke uitdaging waar de regio Flevoland in 2020 - 2021 een duurzame aanpak voor zoekt. Door kennis te vergroten, sneller te handelen en het sámen te doen: “Bij het onderwerp ouderenmishandeling moeten we echt de armen om elkaars schouder leggen, in je eentje werkt het niet.”
door Merel Steinweg
Waarom is ouderenmishandeling nog zo’n onbesproken onderwerp?
Schrijvend aan deze blog blijven mijn vingers opvallend vaak boven het toetsenbord hangen. Op zoek naar woorden voor een onderwerp waar ik, eerlijk is eerlijk, nog nooit eerder mee bezig ben geweest. Het is confronterend. Waarom is ouderenmishandeling nog zo’n onbesproken onderwerp? Ik vraag het aan Anneke Spin, coördinator Stop Huiselijk Geweld.nu bij Zorggroep Oude en Nieuwe Land: “Het is een combinatie van schaamte bij ouderen zelf, gebrek aan kennis over wat ouderenmishandeling is en twijfel over wat er gedaan moet en kan worden bij de mensen die ouderen in hun thuisomgeving zien.” Hierbij doelt zij onder andere op thuiszorgmedewerkers, wijkverpleegkundigen, mantelzorgers en ambulancepersoneel. “Met het project ‘Ouderencheck: signaleren en handelen bij ouderenmishandeling in de beroepspraktijk’ willen we inzetten op het vergroten van kennis en het verminderen van die handelingsverlegenheid, die ik overigens heel goed begrijp.”
Afhankelijkheid, loyaliteit en schaamte
Wat het vraagt om effectief te handelen bij ouderenmishandeling wordt mij duidelijk als ik Janneke spreek. Zij is wijkverpleegkundige bij Zorggroep Oude en Nieuwe Land en vertelt over een situatie die haar veel heeft bezig gehouden. “Ons wijkteam verzorgde een vrouw die bij haar dochter en haar driejarige kleinzoon inwoonde. Alle collega’s die daar kwamen hadden een unheimisch gevoel. We mochten de vrouw bijvoorbeeld nooit wassen, de dochter schold de moeder uit en snauwde haar af. Soms was de dochter ook agressief naar het bezoek. Het bed was vies en werd niet verschoond, de afwas bleef staan en die ene keer dat een collega de vrouw wel mocht wassen zag ze blauwe plekken. Hoewel zij zelf ontkende dat ze werd geslagen als we er naar vroegen, troffen we haar soms wel huilend aan. Ze zat duidelijk in een afhankelijkheidspositie, was loyaal aan haar dochter en schaamde zich. Zelf vroeg ze niet om hulp, maar wij zagen wel een heel zorgelijke situatie.”
“Ik gun ons dat we sneller zicht hebben op wat we kunnen doen”
Het wijkteam van Janneke signaleert dat de situatie ernstig is, maar het blijkt dan een hele zoektocht welke stappen zij kunnen en moeten zetten. “We overlegden met de begeleiding van de dochter (zij kreeg begeleiding van een organisatie voor jonge moeders) en de kinderopvang van de peuter. Ook zij hadden ernstige zorgen. We hebben gesprekken gevoerd met de vrouw en haar dochter, maar uiteindelijk werd het toch een melding bij Veilig Thuis en is de vrouw naar een verpleeghuis verhuisd. Dat heeft alles bij elkaar toch ongeveer vijf maanden geduurd. Ik gun het onszelf als team dat we sneller zicht hebben op wat we kunnen en moeten doen. Dat we ons onderbuikgevoel kunnen onderbouwen en dat we daar vanzelfsprekend in gesteund worden. Want uiteindelijk willen we náást onze cliënten staan, er voor ze zijn, ons zelf veilig voelen en met plezier ons werk doen.”
Gezamenlijke training, een serious game en aandacht tijdens ambulanceritten
Als ik Tjeerd de Vries, zorgcoördinator vangnet en advies bij GGD Flevoland, vertel over mijn gesprek met Janneke veert hij op. “Dit is precies waar we aan moeten werken, want niemand hoeft dit alleen te doen.” Tjeerd vertelt over het project dat de GGD samen met Zorggroep Oud en Nieuwe Land, Blijf Groep en Veilig Thuis Flevoland is gestart. Tijdens een startbijeenkomst begin december 2019 bleek er veel behoefte te zijn aan een signaleringsinstrument. Een tool die helpt om te signaleren en duidelijk maakt welke stappen nodig en mogelijk zijn. “Toen zijn we gaan zoeken en er blijken landelijk al heel veel signaleringsinstrumenten en tools te zijn. Bijvoorbeeld de serious game-app van Tante Louise. En in de ambulancezorg staat (ouderen)mishandeling als topic op de rittenkaart die ambulancemedewerkers invullen na afloop van iedere rit. Een aandachtsfunctionaris loopt de kaarten na om te kijken of er signalen zijn die moeten worden opgevolgd. Dat zijn goede voorbeelden. De uitdaging ligt er nu in dat iedere organisatie haar medewerkers zo goed mogelijk in staat stelt om te signaleren. Hen helpt om signalen te duiden en vervolgens faciliteert dat deze signalen snel en effectief worden opgevolgd. Daarvoor gaan we gezamenlijke training ontwikkelen en uitvoeren, dat pakken we echt samen op.”
“Ik beschouw dit als een oplosbaar probleem”
Aan het einde van mijn gesprekken met Anneke, Janneke en Tjeerd vraag ik hen wat hen hoop geeft, waar ze inspiratie uit halen. Anneke laat mij het boek zien van Gerda Krediet: Ouderenmishandeling. Ze heeft het al drie keer gelezen. “Van de verhalen die Gerda opschrijft leer ik hoe belangrijk het is om dóór te gaan, om niet op te geven, ook al is het complex.’
Voor Janneke gaat het om de kern van haar werk: “ik wil vaker het gesprek aangaan met de cliënt. Kunnen zeggen wat ik zie en vragen of dat klopt. Naast de cliënt staan en tijd hebben om te vragen of ik kan helpen en perspectief te geven dat er iets gedaan kan worden. Daar zet ik me echt voor in.
Tjeerd moet even nadenken als ik hem vraag waar hij de energie vandaan haalt om zich zo vol overtuiging hiervoor in te zetten. “Weet je” zegt hij na een tijdje, “het komt er gewoon op neer dat ik dit beschouw als een oplosbaar probleem. De percentages kunnen echt omlaag, we kunnen voorkomen of verzachten. Dat is 100 procent winst, daar zet ik me voor in.”
Bron: Blog van Merel Steinweg op de Regionale route 2021
https://vng.nl/artikelen/regionale-route-2021-programma-ghnt#reisblogs