Jeugdverpleegkundigen consultatiebureau nemen enkele taken arts over
Jeugdverpleegkundigen van Zorggroep Oude en Nieuwe Land volgen de opleiding Pluis-Niet Pluis om enkele taken van de jeugdartsen over te kunnen nemen. Ouders die met hun kind(eren) het consultatiebureau bezoeken, zien vanaf nu vaker de verpleegkundige.
Kersverse ouders bezoeken het consultatiebureau voor het eerst wanneer hun baby vier weken oud is. Deze eerste afspraak is met de jeugdarts. De vervolgconsulten worden door de jeugdverpleegkundige gedaan, mits er geen medische bijzonderheden zijn. Doordat de arts minder kinderen ziet, kan hij of zij meer tijd besteden aan kinderen die specifieke zorg nodig hebben.
Opleiding
“Wij gaan de kinderen dus vaker zien”, vertelt jeugdverpleegkundige Eugenie Reijntjens. Ze neemt samen met haar collega Marijke Botman al sinds september enkele taken over van de jeugdarts op het consultatiebureau op Urk. Het consultatiebureau in Emmeloord gaat binnenkort over op de nieuwe werkwijze.
Deze zogeheten taakherschikking is een landelijke ontwikkeling en daar gaat Zorggroep Oude en Nieuwe Land in mee. Jeugdverpleegkundigen van consultatiebureaus worden geschoold om onderzoekstaken van de arts te mogen overnemen. Tijdens de scholing (6 scholingsdagen, 20 dagdelen stage en een eindtoets) staat de ontwikkeling van het kind centraal.
Ontwikkeling
De verpleegkundigen leren over visuele stoornissen, hart(afwijking), heup(afwijking), genitale problemen/afwijkingen, luchtwegproblematiek, Van Wiechen onderzoek, ontwikkelingsachterstand en afwijkingen in de motoriek en de meest voorkomende afwijkingen.
“Ging een ouder eerder afwisselend met zijn of haar kind naar de arts en verpleegkundige, nu ziet men na het eerste consult alleen de verpleegkundige. Alleen als er is voldaan aan vooraf vastgestelde criteria. Uiteraard werken wij nauw samen met de arts”, vertelt Eugenie. “Een voorbeeld. Voorheen controleerde de arts tot 3 jaar de stand van de ogen van kinderen. De ogentest werd vervolgens door de verpleegkundige gedaan. Nu doen wij alle visuele testen. Het luisteren van het hartje en het heuponderzoek zijn wél nieuw. Ik zie het als een verdieping voor ons vak.”
Niet pluis
“De jeugdarts is vrijwel altijd op het consultatiebureau aanwezig. De arts wordt ingeschakeld bij een niet-pluisgevoel. “Dat hoeft niet altijd dramatisch te zijn”, voegt de jeugdverpleegkundige er snel aan toe. “Het kan ook gaan om spraak-taalproblemen bijvoorbeeld. Dan kunnen ouders samen met hun kind de jeugdarts bezoeken, die hen eventueel kan verwijzen naar een logopedist.”
“Het voordeel van de nieuwe werkwijze? Ouders en kinderen hebben één vast gezicht op het consultatiebureau. Daarnaast kan de arts zich focussen op de kinderen die specifieke zorg nodig hebben.”